Duitse Motetten uit de 17e en 18e eeuw

De stichting Hoorn - Oude Muziek Nu organiseert dit jaar ook enkele concerten buiten de stad Hoorn. Ik dat kader geeft het Hollands Vocaal Ensemble een concert met Duitse motetten uit de 17e en 18e eeuw.

Uitvoering

Zaterdag 28 mei 2011Kapelkerk, Alkmaar

Programma

Andreas Hammerschmidt
  • O barmhertziger Vater
  • Johann Michael Bach
  • Das Blut Jesu Christi
  • Ich weiß, daß mein Erlöser lebt
  • Johann Christian Bach
  • Fürchte dich nicht
  • Johann Kuhnau
  • Tristis est anima mea
  • Johann Ludwig Bach
  • Unsere Trübsal
  • Georg Philipp Telemann
  • Werfet Panier auf im Lande
  • So gehe hin
  • Johann Sebastian Bach
  • Lobet den Herrn (BWV 230)
  • Johann Christoph Friedrich Bach
  • Sonata a Violoncello e Organo in G
         uitv: Maria Sanchez, cello en Jörn Boysen, orgel
  • Anonymus (omstreeks 1750)
  • Du, unser Gott
  • Johann Adam Hiller
  • Alles Fleisch wie Gras
  • Johann Heinrich Rolle
  • Der Friede Gottes
  • Toelichting

    Ik houd van muziek, ten eerste omdat het een gave Gods is en niet van mensen; ten tweede omdat ze de ziel gelukkig maakt; ten derde omdat ze de duivel verdrijft en ten vierde omdat het een onschuldig vermaak is. Daarbij verdwijnen toorn, begeerte en hoogmoed. (Martin Luther,"Über die Musik", 1530)

    Toen de cantate in de eerste helft van de 17e eeuw in het protestantse Duitsland opkwam, verdrong zij langzaam het motet. AI aan het begin van de 18e eeuw werden motetten zonder instrumentale begeleiding (afgezien van een basso continuo) vrijwel alleen nog op bestelling gecomponeerd (bv. voor huwelijken en begrafenissen). Het kunstzinnig gehalte van deze late motetten is niet erg hoog, de stukken zijn kort en eenvoudig. Toch zijn er uitzonderingen. Een daarvan is Johann Sebastian Bach: zoals hij de cantate en de contrapunt vervolmaakt, zo componeert hij zes tot tien motetten, die het werk van de meeste van zij collega's in de schaduw stelt. Toch waren zijn motetten ondenkbaar zonder de invloeden van andere componisten, vooral die van eerdere generaties. De tijd na Bach staat in het teken van de „Empfindsamkeit“. In de odes, liederen en of motetten van componisten zoals Carl Philipp Emanuel Bach, Johann Heinrich Rolle of Johann Adam Hiller werd de geleerde stijl van de Barok door eenvoudigere harmonieën en goed zingbare gevoelige melodieën vervangen. Ons programma biedt een overzicht over de ontwikkeling van het protestantse motet, van het midden van de 17e tot het eind van de 18e eeuw.

    De kerkmuziek in de protestantse gebieden van Duitsland werd beïnvloed door Luther's beeld van de muziek als gave Gods. Terwijl de katholieke kerk en andere protestantse kerken het gebruik van muziek sterk beperkten, werd de muziek in de Lutherse Kerk als een vorm van de eredienst beschouwd. Luther zag de muziek als belangrijkste wetenschap na de theologie en als een middel om het Woord te verduidelijken en door de toehoorders te laten beleven. Deze gedachte legde de basis voor de muzikale figurenleer. In traktaten zoals "Musica Poetica" (Joachim Burmeister, Rostock 1606) worden muzikale figuren geanalyseerd en vergeleken met figuren in de Retorica. Door deze systematische indeling werd het mogelijk om bestaande werken te analyseren en muziek te componeren die "de harten en zielen van de mensen beroert". Het concept van de retorische muziek zette een stempel op de muziek van de 17e en 18e eeuw.

    Jörn Boysen