Uitvoering

4 juni 1998
  • Oosterkerk, Hoorn
  • Programma

    Johann Sebastian Bach
  • Cantate 147 Herz und Mund und Tat und Leben
  • Motet Komm, Jesu, komm (8-stemmig motet)
  • Antonio Vivaldi
  • Gloria
  • Toelichting

    De barokke mens was zich permanent bewust van de cirkel waarin een vredig, sober leven geneigd is hebzucht en fortuin-maken op te roepen. Dit leidt dan weer tot oorlog en verwoesting, waarna de cirkel weer (moeizaam) opnieuw begint. Slechts Jezus Christus is in staat om deze cirkel te doorbreken. Hij is tegelijk het goede voorbeeld en de redder als het toch allemaal mis gaat.

    Tegenwoordig is dit gegeven voor veel mensen niet meer vanzelfsprekend. Maar hoe je het ook wendt of keert, bij Bach heeft zijn rotsvaste overtuiging dat het allemaal zo werkt (en dat nog oneindig meer gedetailleerd dan door mij beschreven), geleid tot composities met een schoonheid en een perfectie, die in onze cultuur niet is overtroffen. Ook als je het leven beduidend anders ziet dan Bach, roept het zingen of beluisteren van zijn muziek bijzondere gevoelens op die je bij andere componisten niet in die mate zult ervaren. Denk maar aan het jaarlijks terugkerende 'Mattheus Passion gevoel'. Daarom vanavond op de eerste plaats: Bach.

    De cantate Herz und Mund und Tat und Leben is geschreven voor het feest van Onze Lieve Vrouw Visitatie. De tekst is dan ook gebaseerd op die van het Magnificat, de lofzang van Maria. De cantate is tweedelig en beide delen worden besloten met het prachtige koraal Jesu, bleibet meine Freude (wellicht nog meer bekend door de pianobewerking van Myra Hess waar zij 'Jesu, joy of mans desiring' boven schreef).

    Omdat in Noord-Holland nog maar weinig wordt gewerkt met authentieke instrumenten, koos ik voor een cantate met een rijke instrumentale bezetting. Zo hoort u - naast de gebruikelijke strijkers - drie verschillende hobo-typen: de gewone hobo, de hobo da caccia en de hobo d'amore. Heel bijzonder is de trompet. Dit instrument, slechts bestaande uit een opgerolde buis van 240 cm met aan de ene kant een mondstuk en aan de andere kant een beker, behoort tot de moeilijkst te bespelen barokinstrumenten.

    Tweedelige cantates werden in Bach zijn tijd gescheiden door de preek. Die wordt u bespaard. Ervoor in de plaats zingen wij het achtstemmige motet: Komm, Jesu, komm: geschreven ter vertroosting van de nabestaanden van een overledene.

    Het Gloria van Vivaldi dat na de pauze kLinkt, is van een heel andere orde: veel vrolijkheid en veel eenvoudiger van structuur dan Bach. Het stuk is vooral bekend van uitvoeringen door de grotere koren.
    Met onze uitvoering vanavond door een wat kleiner koor, door het gebruik van authentieke instrumenten, maar vooral door wat Italiaans temperament op te roepen doen wij een poging om eens een andere spot op dit prachtige stuk te richten.

    Alle vocale solo's in dit concert worden gezongen door (project-)leden van het hollands vocaal ensemble. Alle instrumentale partijen worden gespeeld door vakmusici.

    Hugo van Veen

    Recensie NHD, 6 juni 1998

    Mooie start festival Oude Muziek

    HOORN - Oosterkerk. Amateurfestival Oude Muziek Nu. Hollands Vocaal Ensemble onder leiding van Hugo van Veen. Cantate 147 Herz und Mund und Tat und Leben en motet Komm, Jesu, komm, J.S. Bach; Gloria, Antonio Vivaldi. Gehoord donderdag 4 juni.

    Met het concert van het Hollands Vocaal Ensemble kende het vierdaags amateurfestival Oude Muziek Nu in Hoorn een uitstekende start. Weliswaar werd het bescheiden zingende koor in de eerste maten van Bachs cantate overstemd door het begeleidende ensemble, maar dirigent Hugo van Veen wist deze disbalans binnen twee zangregels op te lossen. Daarna was de klankkleur van het koor volledig te beluisteren en te bewonderen.

    Het is een goed afgewogen klank, waarin zowel de groepen als de individuele stemmen hun kracht kennen, maar ook zeker de hun toegemeten plaats in dit koor bij de uitvoering van deze muziek. Deze zelfkennis kwam bijzonder van pas en tot uiting in het achtstemmig gezongen motet Komm, Jesu, komm van Bach. Dit motet werd tussen de twee afzonderlijke delen van de cantate ten gehore gebracht. Het was een prima prestatie.
    Bachs cantate werd vertolkt met veel zorg voor de dynamiek, die uitstekend, bijna per regel, gedoseerd werd. Ook de verzorgde frasering zorgde voor een buitengewoon boeiend klankbeeld. De solo-aria's en de recitatieven werden door leden van het Hollands Vocaal Ensemble vervuld en die deden dat naar behoren. De zang van met name de alt en de tenor was boeiend en levendig.
    De kroon op beide afzonderlijke delen waren de koralen Wohl mir das ich Jesum habe en Jesu bleibet meine Freude, die lieflijk en melodieus ten gehore werden gebracht.
    Met het Gloria van Vivaldi kwamen alle aanwezigen terecht in een compleet andere muzikale wereld. De wereld van vaart, van schwung en van ontroerend mooie aria's door sopranen en alt.
    Ook hier was de begeleiding steeds adequaat en in sommige passages niet van temperament ontbloot.
    De bijval voor de muziek was zo groot dat tot een toegift besloten werd, het laatste deel van het Gloria leende zich daar uitstekend voor.

    REGINA ARBOUW