Uitvoering

26 oktober 1996
  • Kooger Kerk, Zuid-Scharwoude
  • 27 oktober 1996
  • Lutherse Kerk, Alkmaar
  • Programma

    D. Buxtehude (1637-1707)
  • Missa Brevis
  • Cantate Der Herr ist mit mir
  • Cantate Also hat Gott die Welt geliebet
  • Cantate Jesu, meine Freude
  • J. S. Bach (1685-1750)
  • Cantate 150 Nach dir, Herr, verlanget mich
  • Motet II Der Geist hilft unsrer Schwachheit auf
  •  

    Uitvoerenden

    hollands vocaal ensemble

    Solisten uit het koor:
    - Harriette Gunnink, sopraan
    - Yntske Zijlstra, alt
    - Tom Theunis, tenor
    - Ellis Staas, bas
    - Johan Wolters, bas

    Ensemble Amphion Amsterdam:

    - Lidewij van der Voort, viool
    - Anneke van Haaften, viool
    - Douw Fonda, violoncello
    - Wim Dijkstra, orgel
    - m.m.v. David Mings, barokfagot

    Algehele leiding: Hugo van Veen

    Toelichting

    Van oktober 1705 tot eind januari 1706 verblijft Bach (19 jaar oud) bij Buxtehude in Lübeck om 'ein und anderes in seiner Kunst zu begreifen'. Vier geplande weken werden vier maanden. Hieruit kunnen we concluderen dat Bach het blijkbaar naar zijn zin had en veel heeft opgestoken van de compositietechnieken van Buxtehude.
    In dit concert hoort u werk van deze twee grootmeesters van de Noord- Duitse barok.

    De Missa Brevis van Buxtehude is gecomponeerd in de stijl van Palestrina. De ingewikkelde vijfstemmige polyfonie met hier en daar ook chromatische thematiek laat horen dat de meester deze componeerstijl zeer goed beheerst.

    De cantate Der Herr ist mit mir (psalm 118 vers 6 en 7) is een zogenaamd doorgecomponeerd werk. Dit wil zeggen dat het koor gewoon de tekst behandelt zonder dat er koralen, aria's of recitatieven zijn. Het stuk wordt afgesloten met een feestelijk 'Alleluia' in de vorm van een ciaccona, een steeds herhaald basmotief van twee maten.

    Dezelfde vorm (maar dan met een 'vrij' Alleluia) hoort u in de solocantate Also hat Gott die Welt geliebet. Let op de indrukwekkende partij voor de fagot in de instrumentale inleiding.

    In tegenstelling tot Buxtehude, die er vele componeerde, schreef Bach maar één cantate voor de instrumentale bezetting met twee violen zonder altviool: Cantate 150 Nach dir Herr verlanget mich, reden waarom er ook wel wordt getwijfeld aan de echtheid. De thematiek is echter zo onmiskenbaar in de stijl van Bach dat, als er al van onechtheid sprake zou zijn, in ieder geval 'eerste lijn' invloed van de grote meester aanwezig is.
    Een verantwoorde uitvoering nu is niet zonder problemen. De strijkinstrumenten liet Bach stemmen op het hoog-gestemde orgel (kerktoon, een halve toon hoger dan onze moderne A=440 Hz). De laag-gestemde fagot (Franse kamertoon, een hele toon lager dan onze A-440) transponeerde hij een kleine terts omhoog om weer op hoogte van de zangers en strijkers te komen. Dit alles had gevolgen voor de klankkleur: de fagot werd er milder van en de zangers en strijkers stralender. De huidige barokviolen zijn gebouwd voor de barokke kamertoon (ca. een halve toon onder de moderne A) en kunnen niet probleemloos een hele toon omhoog stemmen om op 'Bach-hoogte' te komen. Hieraan wordt gewerkt, maar vandaag zult u het nog moeten doen met een uitvoering in kamertoon die een hele toon lager kLinkt dan in Bach zijn tijd en een fagot die (kunt u het nog volgen?) net als de strijkers, in b-mineur speelt in plaats van in d-mineur. Het stuk kent veel afwisseling en wordt ook weer besloten met een ciaccona.

    Jesu, meine freude is een echte koraal-cantate, waarbij de koralen worden afgewisseld met solo-aria's. Er is een uitgebreide instrumentale 'Sonata' aan het begin. Als de bas in zijn aria zingt: 'Erd und Abgrund muß verstummen, ob sie noch so brummen', gaat Buxtehude tot het uiterste door op de woorden 'Abgrund' en 'brummen' resp. lage D (kLinkend: Cis) en lage E (kLinkend Es) te noteren.

    Der Geist hilft unsrer Schwachheit auf schreef Bach (evenals de andere motetten) voor een begrafenisplechtigheid. Er zijn drie delen: een acht-stemmige virtuoze inleiding; een vier-stemmige fuga als middendeel en een koraal tot slot.

    Hugo van Veen