Uitvoering

12 december 1992
  • Hervormde Kerk, Schoorl
  • 13 december 1992
  • Kooger Kerk, Zuid-Scharwoude
  • 19 december 1992

  • Kerk, Valkoog

  • Programma

    Heinrich Schütz
  • Psalm 18: Ich lieb dich, Herr, van Herzen sehr
  • Musikalische Exequien
  • Ich will den Herren loben allezeit (sopraan, orgel)
  • Psalm 103: Lobe den Herren, meine Seele (alt, bas, orgel)
  • Ave Maria (sopraan, alt, orgel, koor)
  • Ein Kind ist uns geboren (sopraan, alt, tenor, bas, orgel)
  • Jan Pietersz Sweelinck
  • Psalm 96: Chantez a Dieu
  • Psalm 90: Tu as este, Seigneur
  • Gaude et laetare
  •  
    Organist: Frank van Wijk

    Dirigent: Hugo van Veen

    Solisten uit het koor:
  • Sopraan: Harriette Gunnink, Tineke den Boogert en Maja Dragt
  • Alt: Siebe Haagsma
  • Tenor: Rene Strunk en Willen Moene
  • Bas: Ellis Staas en Henk Pielage
  • Toelichting

    Heinrich Schütz (1585-1672) is de belangrijkste Duitse componist uit de 17e eeuw geweest. Hij studeerde o.a. bij Gabrieli in Venetië en in zijn vroege werken, zoals de Italiaanse madrigalen en de Cantiones Sacrae, is de invloed van zijn leermeester en van Monteverdi duidelijk aanwezig. Later wordt zijn stijl soberder en vindt hij een perfecte balans tussen de Italiaanse stijl en de lutherse polyfone traditie.

    Zijn Musikalische Exequien zijn geschreven in 1636, zijn middenperiode. Exequien betekent: "uitvaart" en de Duitse vorst Heinrich van Reusz genoot reeds voor zijn dood meerdere keren van de muziek die hij door Heinrich Schütz had laten componeren voor zijn begrafenis. Hierin worden bijbelteksten letterlijk geciteerd. Het werk is in drie delen opgezet. Het eerste deel heeft nog enigszins het karakter van een missa brevis. Het tweede gedeelte, gezongen na de preek, is een dubbelkorig motet in de venetiaanse stijl en het derde gedeelte bestaat uit de lofzang van Simeon gezongen door het koor, terwijl drie solisten (twee sopranen en een bas) aan de andere kant van de kerk Selig sind die Toten die in den Herren sterben zingen. De sopranen stellen twee serafijnen voor en de bas de gelukzalige ziel van een gestorvene. Door de verspreide opstelling van koor en solisten wordt een bijzonder ruimtelijk effect verkregen. De manier waarop Schütz de bijbelteksten muzikaal heeft weergegeven is zeer indringend, hij is dan ook, evenals Bach later, van grote betekenis geweest voor de protestantse kerkmuziek.

    Uit Kleine geistliche Konzerte wordt door solisten uit het koor Ich wi1l den Herren loben allezeit en Ein Kind ist uns geboren ten gehore gebracht. Ook kLinkt er nog een Ave Maria van Schütz, waarmee een verbinding met het naderend kerstfeest wordt gelegd.

    Jan Pietersz Sweelinck (1562-1621), onze belangrijkste Nederlandse componist, was evenals zijn vader voor hen, organist van de Oude Kerk te Amsterdam. Zijn zoon Dirk is hem later weer opgevolgd. Sweelinck was een zeer bekend pedagoog, verschillende vermaarde componisten uit die tijd, zoals Scheidt en Scheidemann waren zijn leerlingen. Hij was ook een zeer belangrijk koorcomponist. Vier bundels psalmen, waarvan er twee hedenavond ten gehore worden gebracht, zijn van zijn hand verschenen. Zij zijn in cantus firmus stijl geschreven, waarbij Sweelinck gebruik maakte van een franse bijbelvertaling. Het Gaude et laetare waarmee ons programma besloten wordt is uit zijn Cantiones Sacrae. Schütz en Sweelinck gelden als de twee grote voorlopers van Johann Sebastian Bach: weinig gezongen muziek van een hoge kwaliteit!

    Hugo van Veen